vrijdag 5 augustus 2011

Toegift: Het midden van de pizza

31 juli 2011, Marciac

Na mijn mislukte poging om een lekkere pasta te gaan eten bij het gelegenheidsrestaurant ben ik terug bij de gevestigde pizzeria op een hoek van het centrale plein in Marciac waar de optredens plaatsvinden en marktkramen staan. De bestelde salade had ik al heel snel voor me staan en de pizza wordt zojuist gebracht, ik begin er meteen aan. Ik heb weer een tafeltje op de straat, waarbij de bezoeker vlak langs komen paraderen. Het is minder druk dan gisteren, toen ik de overkant van de straat (op een meter of 6, 7) nauwelijks te zien kreeg; nu vallen er nu en dan open plekken. Er lopen twee honden tussen het publiek te schooieren. Aan de bouw te zien zijn het allebei bastaarden van een hazewindhond, wie weet zijn het broertjes of zusjes, maar dan wel van een andere vader of moeder. Soms hebben ze succes en krijgen ze wat restanten toegeworpen. Eén meisje/jonge vrouw laat zien dat ze erg goed met honden kan omgaan. Ze eet een broodje dat de aandacht van de honden trekt en deze maken hun aanwezigheid duidelijk door met hun neus tegen haar benen te drukken. Ze is zich duidelijk bewust van hun aanwezigheid, maar negeert de honden in eerste instantie volkomen. Ze eist onderdanigheid en de honden reageren conform. Als ze zich bukt naar de honden toe laten ze hun kop uit onderdanigheid hangen en bieden ze op haar commando een poot aan. Maar ze krijgen nog niets, de vrouw eet rustig verder terwijl de honden likkebaardend toekijken. Dan breekt ze een klein stukje brood af en, opnieuw onderdanigheid eisend, laat ze een van de honden voorzichtig een stukje uit haar hand eten. De andere druipt af. Daarna negeert ze de hond verder en loopt door. Wat een beheersing!
Intussen ben ik begonnen aan de knapperige rand van mijn pizza, hmm, heerlijk, met het aanlokkelijke vooruitzicht op het nòg lekkerder middenstuk, waar de groenten onder een laagje gesmolten kaas liggen te lonken en te geuren!
Intussen is er even wat lege ruimte ontstaan op de straat voor mijn tafeltje en kan ik het bandje aan de overkant ook zien spelen. Ze zijn lekker op dreef! Opeens trekt vanuit een ooghoek de achtergebleven hond mijn aandacht: Met een gekromde rug en de staart tussen de benen dringt de hond zich tussen de voorbijgangers en verdwijnt uit beeld. Ik vraag me af wat de oorzaak is van dit gedrag. Maar ik hoef niet lang te zoeken, de oorzaak ligt vlakbij: Midden op straat, op zo’n 4 meter afstand van mijn tafeltje ligt een grote hoop, een ondefinieerbare brei van zachte bruinige substantie waarvan niet duidelijk is of die de hond aan de voor- of aan de achterzijde heeft verlaten. Maar het is véél en getuigt duidelijk van een verstoord spijsverteringsproces. Intussen vult de tijdelijke leegte zich op en lopen er weer meer mensen langs, zodat de zachte brei zich regelmatig aan mijn directe waarneming onttrekt. Het is een kwestie van wachten tot het voorspelbare gebeurt. De aandacht van de mensen is op ooghoogte gericht en weinigen zien het gevaar op de weg. Een paar keer hoor ik een paniekerig ‘Attention’ en zie ik mensen verschrikt opzij stappen, maar als zij na een korte aanval van misselijkheid opgelucht verder gelopen zijn komen er weer nieuwe passanten aan. Nieuwe ronde, nieuwe kansen! Wéér klinkt een luid ‘Attention’, even later gevolgd door een hartgrondig ‘Arrggh’ en ’Merde!’ en wijkt de menigte verschrikt uiteen. Dan blijkt dat de brei in tweeën is gesplitst en het weerzinwekkende goedje zich over een grotere oppervlakte heeft verspreid, met ‘remsporen’ verderop.
Ik was juist aan het lekkerste stuk van mijn pizza begonnen, maar hoewel mijn smaakpapillen juichsignalen afgeven gooit mijn visuele systeem roet in het eten. Het is genieten met een rouwrandje. Dit is toch zonde eigenlijk en heel bewust vermijd ik nu oogcontact met dat bruine smeersel op straat dat zich nu snel over een groter oppervlak verspreidt. Tussen het eten door kijk ik een andere kant op, naar de stalletjes, naar de winkelende mensen, naar de mensen die aan de tafeltjes naast mij zitten. Ik glimlach vriendelijk naar de hardwerkende serveersters die in gelijke mate terug glimlachen en ik geniet weer van het lekkerste deel van de pizza. Maar toch, ik stuurde wel mijn ogen maar was eigenlijk niet echt geïnteresseerd in wat er in mijn blikveld verscheen. Mijn aandacht laat zich niet om de tuin leiden en keert steeds weer terug naar die bruine substantie. Het is alsof je gevraagd wordt om de komende minuut (60 seconden slechts) NIET aan een ijsbeer (of roze olifantje of andere varianten) te denken. Maar terwijl je geen enkele reden hebt om aan die ijsbeer te denken is dat precies het beeld dat je gedurende die minuut niet uit je hoofd krijgt.
Ik betrap mezelf erop dat ik nog een keer kijk naar die plek op straat waar de bruine hoop nu in verschillende richtingen is uitgesmeerd en verspreid en ik voel een lichte walging.
Toch lukt het me uiteindelijk om de pizza geheel te consumeren, al is het potentiële genot dat ik daarvan zou kunnen hebben maar minimaal gerealiseerd. Zonde van het midden van de pizza.

donderdag 4 augustus 2011

Lourdes, de laatste dag

2 augustus 2011, Argelès-Gazost

Een slechte nacht, veel en heftig gedroomd - had vast te maken met het eten van gisteren of komende vertrek met de bus. Het weer ziet er opnieuw vrij helder uit, maar het is ook vochtig, het voelt al benauwd aan. Dat wordt alleen maar erger gedurende de dag, geen dag om je in te spannen en veel te doen. Eerst naar Lourdes gefietst, drijfnat aangekomen. Zevenendertig graden, hoor ik iemand zeggen. Wat doet men eigenlijk in Lourdes? Er zijn een paar kerken te bezichtigen, met wat relikwieën, er is een burcht middenin het plaatsje, er is een bergtop waar je met een funiculaire naartoe kunt. Maar vooral zijn er veel, heel veel, ontzettend veel winkeltjes en café/bar/restaurants. En vooral daar gaat de aandacht van verreweg de meeste bezoekers naartoe. Veel commerciële uithangborden die de toeristen pogen te lokken. Er is niet doorheen te komen, zo druk zijn de straatjes. Bij de heiligdommen zoals de Notre Dame is het eigenlijk vrij rustig. Alleen voor de Grotten staat een rijtje, waar maar weinig beweging in zit. Daar ga ik niet op wachten, ik heb al wel mooiere grotten gezien.
Op het trottoir van een brug over de Pau ligt een man, bewusteloos. Geen bedelaar zo te zien. De voorbijgangers struikelen bijna over de man, kijken nog eens om en lopen dan door, sommigen met zichtbare gêne. Maar niemand stopt, of doet enige moeite de man aan te spreken. Dat is de geest van het moderne Lourdes denk ik dan maar. Ik kijk enige tijd toe en wil er net op afstappen als een oud verpleegstertje (of non, dat kan ik niet zo goed onderscheiden, allemaal witte kleding) komt toegesneld om zich over de man te buigen. Opeens buigen andere voorbijgangers zich ook over de man, zodat er een oploopje ontstaat. Na enige discussie komen er mobieltjes tevoorschijn en wordt er gebeld, naar hulpdiensten veronderstel ik. Er wordt aan de man gesjord, water over zijn hoofd gegooid (hij lag te zweten als een otter), totdat er beweging in komt en de man zelf rechtop gaat zitten. Na enige tijd begint de man te praten en slaat wat wartaal uit. Dan vindt iemand een halfleeg bierblikje (merk: Amsterdam, type Terminator, 11,4 %) achter de man en concludeert de menigte al snel dat het dronkenschap betreft. In no time is iedereen weer weg en blijft de man in zijn eentje op het trottoir zitten. Ik stond erbij en keek ernaar.
Hierna had ik enige behoefte aan een frisse blik en helikopterview, dus besloot ik de funiculaire te pakken naar de Pic du Jer, waar een windje wat verkoeling bracht en mooie uitzichten over de Pau vallei werden geboden.
Op de fiets terug naar Argelès-Gazost, maar met een geplande tussenstop bij een klein meertje om de fiets eens wat schoon te maken. Verder naar het hotel, wat eten, bagage ophalen en herschikken voor de terugreis en de bagagedrager voor demonteren voor de reis. En dan maar wachten op de bus … in de regen die al een tijd hing te dreigen in de lucht en nu loskomt. Zo hoort het eigenlijk ook, een bevestiging van het besluit om terug te gaan. De vooruitzichten voor later in de week zijn ook niet goed.
Bus en chauffeurs zijn al uren lang in dit plaatsje (ik had ze elders al gezien), maar zijn erg laat bij het opstappunt. Er moeten op twee andere punten nog reizigers worden opgehaald, waaronder in de Dordogne. Deze mensen hebben ruim twee uur moeten wachten, mede door een miscommunicatie over de opstaptijd. Slapen lukt uiteindelijk wel redelijk, ondanks een begin van restless legs, dat ik bestrijd met veel rek en strekoefeningen op de stopplaatsen.
Tegen 18 uur in Amsterdam, drie kwartier later ben ik weer thuis.

Nog wat foto’s van Lourdes

Pelgrimsdoel bereikt

1 aug 2011, Marciac

Opnieuw een hele mooie dag! Heerlijk fietsen in een zacht glooiend groen landschap met weinig spectaculaire beklimmingen, het is vooral een hoogvlakte die steeds hoger wordt, tot zo’n 450 meter. Onderweg winkelen in het plaatsje Maubourguet, met dichte lanen met platanen waaronder het bijna donker is. De reis gaat vrij voorspoedig, hoewel de benen steeds moeite hebben om na stilstand weer op kracht te komen, vooral na de wat langere middagpauze bij een (opnieuw gesloten) café.
In de ochtend is het nog redelijk fris en … een windje in de rug. Wat een verschil maakt die wind voor het fietsplezier, ik word weer in de verleiding gebracht om toch nog maar wat langer te blijven. Maar ‘gelukkig’ draait de wind later op de dag en komt hij me weer pestend tegemoet. Ik neem de korte route naar Lourdes via D940, de reisgids leidt eerst rond de stad om de wat drukkere verkeersader te vermijden. Ik zou de stad moeten kennen, ben er eerder met Joke geweest, maar ik kan me er weinig meer van herinneren. Eerste stop is het Office du Tourisme, waarbij ik niet erg onder de indruk kom van hun aanbod qua sightseeing en accommodaties (wel een stuk of 5 campings!). Meteen maar door naar Argelès-Gazost over een echt fietspad dat aangelegd is op een oud spoorwegtracé, dat de Pau stroomopwaarts volgt. Heel makkelijk fietsen dus.
In Argelès-Gazost vind ik een gezellig hotel, met een druk café-restaurant en terras op een plein. Biertje(s) drinken (Leffe blonde) en dan eten bij een Italiaans getint restaurantje, waar ik iets teveel pikante saus (op oliebasis) over mijn pasta giet. Wel heerlijk, maar zwaar te verteren.
Nog een laatste episode van de unending WiFi story: Ik had toch speciaal een hotel met WiFi uitgezocht. Nog nagevraagd of het ook werkte: Ja hoor, geen probleem, dat wil zeggen: ‘Ze’ zeggen dat het werkt. Hmm, nou ja, proberen dan maar. Het signaal is sterk genoeg, maar het verbinden levert problemen op, na ettelijke pogingen komt de melding: Het maximum aantal verbindingen voor deze account is bereikt. Wat is dat nu weer? Wordt er teveel gebruik gemaakt van deze verbinding? Ik weet het niet, maar met het stellen van deze vraag word ik weer in de problemen van anderen gezogen, dus besluit ik eerst maar eens wat te gaan eten. ’s Avonds is het nog hetzelfde. En ook ’s nachts, als ik even wakker ben (3 uur). Misschien is het een probleem van hogere orde, ook het proces van het verkrijgen van een (betaalde) verbinding met Orange Telecom blijft hangen. Maar, ’s ochtends tegen tien uur, als ik klaar ben om te vertrekken, lukt het opeens! Er is een wonder geschied! Jammer genoeg heb ik weinig tijd meer, ik moet het hotel uit. En ’s avonds, na ophalen van de bagage is er weer hetzelfde probleem: Het maximum aantal verbindingen voor deze account is bereikt. Het wonder heeft geen stand kunnen houden.
Het punt is eigenlijk: Het is gemakkelijker te leven zonder internet/WiFi dan met een onbetrouwbare verbinding die het soms wel, maar als je het echt wil gaan gebruiken juist niet doet. Aan het eind van deze reis stel ik vast dat ik me Frankrijk zal herinneren als een achtergebleven Internet ontwikkelingsland.

87,5 km’s gefietst in 4,5 uur, mooi tempo, 19,9 km/u gemiddeld. Na het eerste stuk niet veel stijging meer.

Foto's van het landschap

zondag 31 juli 2011

All that Jazz

31 juli 2011, Marciac

Het is ‘s ochtends lang mistig en klam, maar zodra de zon doorbreekt (om een uur of 11) wordt het meteen warm en toont zich opnieuw een helblauwe lucht. Er zit niet veel vaart in vandaag, eerst maar eens koffie drinken in het centrum (waar het nog vrij rustig is vergeleken met gisteren). Daarna tijd om de blog eens wat bij te werken, foto’s te ordenen etc. En dan weer naar het stadje, rondwandelen en –fietsen op zoek naar kleine uitvoeringen en natuurlijk de grotere, op het grote centrale plein. Ik rijd het plaatsje wel drie keer rond om zo’n beetje alles te zien wat er te doen is (het is niet groot, om niet te zeggen klein). Een goed idee om hier te blijven en mee te genieten van alle activiteiten, overal gebeurt wat.
‘Avonds wil ik gaan eten bij een Italiaans restaurant waar ik eerder langs gelopen ben. Een gelegenheidsrestaurant moet ik zeggen, want het is van tenten bijeengebouwd. Het is er eigenlijk niet zo heel druk (in vergelijking met elders in het stadje), maar de bediening lijkt het helemaal niet aan te kunnen, ze lopen elkaar voortdurend in de weg, bezorgen aan de verkeerde tafels en vergeten bestellingen op te nemen of door te geven. Ze stralen uit dat ze het verschrikkelijk druk hebben, zich helemaal uit de naad werken om de klanten te bedienen. Maar eigenlijk krijg je als klant het gevoel dat je er beter niet had kunnen zijn omdat het jouw schuld is dat deze zieltjes zo overbelast zijn. Ik zit drie kwartier voor Joker terwijl anderen die later kwamen al bijna klaar met hun maaltijd zijn. Eindelijk wordt de bestelling opgenomen, maar ik heb er weinig vertrouwen in. Als er na een kwartier nog niets gebeurd is stap ik op en loop ik weg. Ik verlaat deze crisis en doe er met deze actie ongetwijfeld nog een schepje bovenop. Ik ga weer eten bij de pizzeria waar ik gisteren ook gegeten heb. Een totaal andere wereld. Ook hier is het druk, maar het personeel kijkt uitnodigend en glimlacht vriendelijk als ik me meld. Ze werken hard maar stralen rust uit. Binnen 5 minuten staat de salade voor mijn neus en na drie kwartier ben ik helemaal uitgegeten en klaar. Wat een verschil in organisatie (-cultuur), heel mooi en leerzaam om mee te maken.
Het voelde niet goed om na mijn bestelling bij het vorige (gelegenheids)restaurant alsnog weg te lopen, maar nòg langer wachten kon ik niet meer opbrengen. Als extraatje speelde er tegenover het tweede restaurant (een vaste, gevestigde Pizzeria) een klein jazzbandje, zodat het op deze plek toch een flink stuk plezieriger was.
Vandaag een tiental km’s gefietst.

Nog wat foto's vandaag

Apartheid?

30 juli 2011, Castera-Verdunas, geneeskrachtige bronnen...

Gisteren verbaasde ik mij erover dat er helemaal geen Nederlanders (of andere buitenlanders) op deze camping te vinden waren. Dat gegeven werd bevestigd door de campinghoudster, maar, zo merkte ze op, er is een camping op 5 km afstand van hier waar juist heel veel buitenlanders verbleven. En, denk ik dan, vrijwel geen Fransen?! Een vorm van (vrijwillige) apartheid die ik al eerder gezien had (Caylus). Ik was dus gewoon verdwaald, mogelijk was dat de reden dat de dame bij mijn inschrijving zo lang had moeten nadenken en nadrukkelijk vroeg of ik echt maar 1 nacht bleef.
Het fietsen gaat wat moeizaam vandaag, de benen hebben er geen zin in en iedere helling doet pijn. Ik neem me voor bij het eerstvolgende plaatsje (Biran) koffie te gaan drinken, maar er is niets te krijgen. Dan maar door naar het volgende. Er zou een restaurant zijn en dat was er ook. Maar een lokale bewoner vertelde me dat het geheel willekeurig soms open en soms gesloten was, en nu was het weer in de laatste toestand. Weer niks dus, het begint hier op Noord Frankrijk te lijken, bedacht ik me. Toch maar wat gegeten en een uurtje rust gehouden. De weg is prachtig trouwens, het is weer een sterk golvend heuvellandschap, waarbij de weg regelmatig over de heuvelrug loopt, met uitzicht aan twee kanten. Ook de dorpjes/stadjes zijn hier schilderachtig mooi, de rijke historie is er nog goed van af te zien. Maar, weinig bewoners en activiteiten waar te nemen. Dan maar door naar een plaatsje wat op de kaart in ieder geval wat groter oogt: Marciac.
Ruim voor het plaatsje wordt me al duidelijk dat er iets gaande is: Weilanden afgezet voor Campers, naast de overvolle camping, heel veel auto’s langs de weg. Als ik het dorpsplein bereik dan is er geen doorkomen meer aan, het is volgebouwd met tenten en er zijn massa’s mensen. Het jaarlijkse jazzfestival blijkt al te zijn begonnen, met sterren als Al Jarreau, Wynton Marsalis etc. zie www.jazzinmarciac.com/index.php?lg=en.
Ik kan hier natuurlijk niet maar zo aan voorbijrijden, hier wil ik wel iets van meemaken (en mijn benen stemmen daar helemaal mee in). Er blijkt net buiten het plaatsje nog een Camping a la ferme te zijn die vast nog wel plaatsen heeft. Dus daar ga ik heen, na eerst te hebben rondgelopen, genoten van de Jazz band op het (grote) dorpsplein en de koffie natuurlijk (eindelijk, om 4 uur ’s middags). Op de boerderij-achtige camping staan heel veel tentjes dicht bij elkaar en er is niet veel vlakke grond meer over. Maar het is al een stuk gezelliger dan de vorige camping. Na installatie terug naar het centrum waar het avondeten is begonnen: Overal staan tafels en stoeltjes en er zijn meerdere keukens ingericht om deze massa’s te kunnen bedienen. Er spelen bandjes en er worden acrobatische acts opgevoerd. Is weer eens wat anders dan al die rust. Ik overweeg om hier gewoon een extra dag te blijven, ik heb toch nog wat tijd over. De afstand tot aan Argeles-Gazost, iets ten zuiden van Lourdes is hemelsbreed nog ruim 60 km, dat moet binnen een dag te doen zijn (en de bus vertrekt pas dinsdagavond 21 uur).

Slechts 65 km gefietst in ruim 3,5 uur, wel weer 600 meter geklommen.

Foto's van deze dag

Mooi weer, prachtige route

29 juli 2011, Moissac

Een strak blauwe lucht? Ik weet dat ik het eerder gezien heb, maar waar was dat ook alweer … Ik heb overnacht in zo’n Gite d’Etappe die speciaal zijn ingericht om pelgrims een overnachting aan te bieden. De pensionhouder gaat er eigenlijk automatisch vanuit dat de route naar Santiago de Compostela wordt afgelegd. Meestal zijn de gasten wandelaars, een enkele keer ook fietsers. Vandaag zijn er een 15-tal wandelaars schat ik.
Bij het bezoek aan het kleine centrum van Moissac, prachtig gelegen in een vallei aan de Tarn valt het grote aantal rugzakken op, wandelaars met zelfgemaakte wandelstokken (type staf) of de modernere variant, de verstelbare wandelstokken (type skistok). Natuurlijk moet de abdijkerk van Moissac worden bezocht, waar beeldhouwwerk met pelgrimstaferelen is te zien. En ook de (wat minder aansprekende) St. Jacobskerk.
Ook onderweg valt nu het aantal wandelaars en fietsers op. De meeste wandelaars, die vaak uren eerder dan ik uit Moissac zijn vertrokken, haal ik gedurende de ochtend wel weer in. Je vraagt je af wat ze drijft, deze ‘pelgrims’, om meestal alleen, soms in tweetallen deze afstand te wandelen. Het zal niet alleen de gezelligheid zijn, zoveel onderling contact lijkt er niet te zijn. Alweer voer voor psychologen.
Het eerste stuk van de route is helemaal vlak en vervolgt langs het Canal des deux Mers tot aan een bocht in de Tarn. Daarna gaat de weg steil omhoog naar het plaatsje Auvillar, dat hoog boven de omgeving uittorent. In het parkje van waar een weids uitzicht over de omgeving wordt geboden tref ik 4 Nederlanders met volbepakte fietsen aan. Het blijken twee stellen te zijn die elkaar steeds maar weer bleken tegen te komen. We wisselen ervaringen uit en eten wat. Daarna vertrekken zij terwijl ik nog wat foto’s maak. Ik zal ze later nog een paar keer inhalen. Het landschap dat volgt is sterk glooiend en hoewel de weg frequent over de heuveltoppen loopt zijn er ook flinke hoogteverschillen te overbruggen, klimmetjes tot 100 meter. Ook de stadjes liggen vaak op de heuveltoppen en zijn van verre zichtbaar.
Onderweg heb ik nog even contact met Marijke, die ik op zou gaan zoeken, in de buurt van Santiago de Compostela, of op haar tweede adres bij de Picos de Europa. Beide zullen niet gaan lukken helaas, die laatste zou wellicht ook te hoog zijn geweest. Marijke was erg enthousiast over Galicië, het landschap en ook het weer dat gedurende haar verblijf uitstekend was geweest. Tja, jammer.
Na Miradou volgt Lectoure, een grotere plaats die een grote kerk en een kasteel herbergt. In alle richtingen vergezichten over het omringende land. Daarna volgen plaatsjes als Terraube, Mas d’Auvignon en Castéra-Verduzan, waar ik, moegefietst, de camping kies die aan de weg langs een meertje ligt. Met enige moeite krijg ik er nog een plaatsje, het lijkt er vrij druk te zijn. ’s Avonds ga ik uit eten in het plaatsje, een kuuroord vanwege de geneeskrachtige bronnen die er schijnen te zijn. Het is nog niet zo eenvoudig een betaalbaar restaurant te vinden, men richt zich hier met gastronomische menus op de rijkere gasten. Maar er is ook een Casino dat een prima en zeer betaalbaar restaurant exploiteert. Alleen dat gerinkel van geld op de achtergrond … (;-))
Internet heeft men hier niet, althans niet op de camping.

In totaal 90 km gefietst in 5 uur, 17,9 gemiddeld. Bijna 800 meter gestegen.

Foto's Moissac en verder.

vrijdag 29 juli 2011

Verder met de laatste etappes

28 juli 2011, Gamasses, Espinas

Ook voor mij is het nu tijd voor vertrek. Nog later dan gebruikelijk opgestaan, inpakken, ontbijten afscheid nemen, op de fiets. Het doet me wel wat om dit hoogtepunt van mijn reis achter me te laten, terwijl ik ook weer blij ben dat ik op de fiets zit. De beweging doet me goed. Eerst een flinke klim over de heuvels bij Espinas, dan een lange afdaling naar St Antonin, de Aveyron over en vervolgens een lokale weg naar Negrepelisse en Montauban. Het eerste stuk door de ‘gorges’ van de Aveyron rivier die in een dal tussen heuvels, geflankeerd met krijtrotsen loopt. Een prachtige weg, vlak langs de rivier. Op zeker moment, bij Negrepelisse, wordt het landschap vlakker en ook saaier. Een heel andere beleving, een weg met een soort villa’s er langs in een beetje Spaans lijkende bouwstijl. Montauban is beslist een aardige stad met de Tarn die er dwars doorheen stroomt.
Bij het vervolg naar het westen stuit ik plots op een kanaal, dat het Canal du Midi, of Canal des deux Mers blijkt te zijn, een waterweg tussen middellandse zee en de Atlantische oceaan met een groot aantal sluizen (zeg maar gerust sluisjes), gelijkend op het kanaal waar ik eerder langsgereden ben (Canal du Nivernais, voor Auxerre). Er loopt een geasfalteerd pad langs dat ik besluit te volgen, dat later zowaar een echt fietspad blijkt te zijn, meerdere fietsers kom ik tegen. Het kanaal leidt zelfs tot aan Moissac waar ik het eindpunt voor vandaag had gepland en steekt de Tarn over via een mooi aquaduct. Net hiervoor kom ik een Duitser tegen die al in het stadje is geweest en hij geeft me een kaartje van de stad mee, met de locaties van 2 Gites d’Etappe. Dat is erg handig, die zou ik anders – op basis van adressen in de gids - niet zo makkelijk gevonden hebben. Eentje blijkt gesloten, de andere – gerund door een Iers echtpaar - heeft ruim plaats. Wat eten in het (mooie) stadje en dan slapen, maar eerst nog wat bloggen (Internet werkt hier weer prima …). Maar het slapen wil niet echt lukken, rond een uur of 4 ’s ochtends kruip ik er uit om nog wat achter de PC van de Gite te werken. Daar lees ik het droevige nieuws! Nee, ik bedoel niet die bom in Oslo of de moordpartij daarna, dat is “business as usual” geworden in onze moderne wereld. En ook niet de 200 doden na een botsing tussen 2 overvolle boten in Congo, ook “business as usual”. Nee het gaat om het overlijden van Amy Winehouse op 26 juli 2011. Al langer gevreesd, maar nu is het dan toch echt gebeurd, we zullen het moeten doen met de paar albums die ze heeft geproduceerd. Ik zal ze koesteren en laat een traan om Amy.

Nog wat foto's